Indien de voorgedragen kandidaat zijn onderwijs in geen van beide officiële talen van Brussel-Hoofdstad heeft genoten, impliceert dit dat hij zijn voldoende mondelinge kennis van beide talen zal moeten aantonen.
Si le candidat présenté n'a pas suivi l'enseignement dans une des deux langues officielles de Bruxelles-Capitale, il devra prouver une connaissance orale suffisante des deux langues.