In het geval van dagen : 1° wordt elke dag geteld, ook weekend- en feestdagen; 2° wordt er teruggeteld in gelijke perioden en vervolgens dagen tot de datum van de eerste kredietopneming; 3° wordt de lengte van
de periode in dagen verkregen door de eerste dag niet en de laatste dag wel mee te tellen, waarna de periode in jaren wordt uitgedrukt door het verkregen aantal te delen door het aantal dagen (365 of 366 da
gen) van het gehele jaar, waarbij wordt teruggeteld van de laatste dag tot d
ezelfde dag van het ...[+++]voorgaande jaar.