De Raad van State heeft vooreerst geoordeeld dat de omstandigheden die in de brief met de adviesaanvraag en in de aanhef van het ontwerp worden vermeld geen bijzondere redenen zijn die het spoedeisende karakter van de adviesaanvraag kunnen staven in de zin van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Le Conseil d'Etat a d'abord considéré que les circonstances relatées dans la lettre de demande d'avis et dans le préambule du projet ne constituaient pas une motivation spéciale de l'urgence au sens de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat.