Uit hetgeen voorafgaat blijkt ook dat het materiële feit van de levering van het goed niet de grondslag van de levering vormt (zie ook arresten van het Hof van Justitie van 8 maart 1988, zaak nr. 165/86 en van 26 juni 1990, zaak nr. 185/89), de bevoegdheid van een belastingplichtige om als een eigenaar over een zaak te beschikken is trouwens niet noodzakelijkerwijze gekoppeld aan het fysieke bezit van die zaak.
Il résulte aussi de ce qui précède que le fait matériel de délivrer le bien n'est pas le fondement de la livraison (voir aussi arrêts de la Cour de Justice du 8 mars 1988, affaire no 165/86, et du 26 juin 1990, affaire no 185/89), le pouvoir d'un assujetti de disposer d'une chose comme un propriétaire n'allant d'ailleurs pas nécessairement de pair avec la possession physique de cette chose.