Rekening houdend met de specifieke kenmerken van de islamitische eredienst, die noch een vooraf vastgestelde en universeel erkende structuur noch een clerus kent, alsmede met de keuze van het verkiezingsprocédé door de vertegenwoordigers van de diverse strekkingen van de moslimgemeenschap, heeft de wetgever redelijkerwijze een beroep kunnen doen op het procédé van verkiezing van het orgaan dat die eredienst bij de overheden vertegenwoordigt.
Compte tenu des spécificités du culte musulman, qui ne connaît ni de structure préétablie et universellement reconnue ni de clergé, ainsi que du choix du processus électif par les représentants des différents courants de la communauté musulmane, le législateur a pu raisonnablement recourir à l'élection de l'organe qui représente ce culte auprès des autorités publiques.