In 1995 heeft de regering ingezien dat het ambt van minister van Justitie voltijds moest uitgeoefend worden, gezien het belang van de Justitie voor de rechtstaat.
En 1995, le gouvernement s'est rendu compte que la fonction de ministre de la Justice devait être exercée à temps plein, vu l'importance de la Justice pour l'État de droit.