Het Constitutioneel Hof heeft in november 2000 echter bepaald dat de administratieve rechtbank geen volledige rechtsbevoegdheid heeft overeenkomstig artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (recht op een eerlijk proces), met name vanwege zijn beperkte vermogen om de feiten van een zaak onafhankelijk vast te stellen en mondelinge en op tegenspraak gevoerde procedures te houden.
Néanmoins, la Cour constitutionnelle a, dans un arrêt de novembre 2000, jugé que le tribunal administratif n'était pas un tribunal ayant une compétence de pleine juridiction en vertu de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme (droit à un procès équitable), notamment en raison de sa capacité limitée d'établir les faits d'une affaire de manière indépendante et de procéder à des auditions orales et contradictoires.