« Art. 4. De bewoner mag naast de woning die het voorwerp van de aanvraag uitmaakt, geen kamerwoning, studentenhuis of studentengemeenschapshuis als vermeld in het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, noch een andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben op de aanvraagdatum of gehad hebben in de periode van drie jaar voor de aanvraagdatum.
« Art. 4. Outre l'habitation faisant l'objet de la demande, l'habitant ne peut pas avoir une maison à chambres, une maison d'étudiants ou une maison de communauté d'étudiants, telles que visées au décret du 4 février 1997 portant les normes de qualité et de sécurité pour chambres et chambres d'étudiants, ni une autre habitation entièrement en pleine propriété ou en plein usufruit à la date de la demande ou avoir eu pendant la période de trois ans avant la date de la demande.