Volgens mij staan in het koninklijk besluit van 1999 tegengestelde begrippen: enerzijds valutadata voor de basisrentevoeten, D+1, D-7, en anderzijds bepalingen voor de toepassing van de aangroei- en getrouwheidspremies.
Je pense donc qu'il y a dans l'arrêté royal de 1999 des notions qui s'opposent : d'une part, des dates de valeur pour les taux d'intérêt de base, J+1, J-7, et, d'autre part, les dispositions d'application pour les taux de croissance et de fidélité.