In de eerste plaats, met betrekking tot het beginsel van de volgens marktvoorwaarden handelende investeerder, lijkt deze argumentatie te zijn gebaseerd op de opvatting dat de in het kader van de regeling verleende steun niet hoger zal zijn dan de extra kosten die het gevolg zijn van het als coöperatie functioneren (overcompensatie) of dan het publieke nut van het beschermen van de coöperatieve vorm.
Tout d'abord, en ce qui concerne le principe de l’investisseur en économie de marché, l’argumentation semble s’appuyer sur la thèse que l’aide accordée au titre du régime fiscal n’excédera pas le coût supplémentaire induit par le fonctionnement d’une coopérative (surcompensation) ni l’intérêt public attaché à la préservation du modèle coopératif.