Volgens een Europese richtlijn behoren chirurgisch invasieve implantaten voor langetermijngebruik tot categorie II. Vreemd genoeg werd een specifieke uitzondering gemaakt voor borst-, heup-, knie- en schouderimplantaten, die daardoor tot categorie III behoren. Dus moeten deze implantaten niet systematisch worden geregistreerd.
Selon une directive européenne, les dispositifs invasifs à long terme de type chirurgical appartiennent à la catégorie II. Curieusement, une exception a été faite pour les prothèses mammaires et celles de hanche, de genou et d'épaule, qui appartiennent dès lors à la catégorie III et ne doivent donc pas être enregistrées systématiquement.