4. De Raad van State vraagt zich af of de regel die vervat ligt in artikel 68 van het bes
luit van de Regent, volgens welke de kosten ten laste (worden) gelegd van de partij die ten gronde in het onge
lijk gesteld wordt, niet beter zou worden omg
ekeerd, wanneer de b
estuurlijke lus met succes wordt afgesloten aangezien, veronderstellenderwijs, de door de verzoekende partij aangevoerde onwettig
...[+++]heid bewezen is. Er zou op zijn minst in het verslag aan de Koning moeten worden bepaald dat in een dergelijk geval de verzoekende partij geacht moet worden in het gelijk gesteld te zijn (4).
4. Lorsque la boucle administrative est couronnée de succès, le Conseil d'Etat se demande s'il ne faudrait pas inverser la règle, inscrite à l'article 68 de l'arrêté du Régent, suivant laquelle les dépens sont mis à la charge de la partie qui succombe au fond étant donné que, par hypothèse, l'illégalité alléguée par la partie requérante est avérée ou, à tout le moins, indiquer dans le rapport au Roi que, en pareille hypothèse, c'est la partie requérante qui doit être considérée comme ayant obtenu gain de cause (4) ?