In afwijking van het eerste lid mogen bij het aanleggen en het onderhouden van tuinen, parken en plantsoenen, volgende meststoffen toch opgebracht worden: 1° stalmest; 2° champost; 3° kunstmest; 4° traagwerkende meststoffen; 5° andere vaste dierlijke meststoffen dan stalmest en champost, mits ze gehygiëniseerd werden en afkomstig zijn uit installaties die erkend zijn overeenkomstig verordening nr. 1069/2009; 6° gedroogde andere meststof afkomstig van een vergistingsinstallatie.
Par dérogation à l'alinéa premier, les engrais suivants peuvent toutefois être employés lors de l'aménagement et l'entretien de jardins, de parcs et de jardins publics : 1° fumier ; 2° champost ; 3° engrais chimiques ; 4° engrais à diffusion lente ; 5° effluents d'élevage solides autres que le fumier et le champost, à condition qu'ils soient hygiénisés et proviennent d'installations agréées conformément au règlement n° 1069/2009 ; 6° autres engrais séchés provenant d'une installation de fermentation.