Art. 5. § 1. Bij gebrek aan begrotingsmogelijkheden, op grond van de lijsten van de geselecteerde kandidaten bedoeld in artikel 4, § 2, vierde lid, stelt de Directeur-generaal van Personeel en Ambtenarenzaken of, in voorkomend geval, de leidend ambtenaar bevoegd voor het personeel, een rangschikking van de aanvragen vast in de volgorde van de volgende prioriteiten :
Art. 5. § 1. En cas d'indisponibilité budgétaire, sur la base des listes des candidats sélectionnés visées à l'article 4, § 2, alinéa 4, le Directeur général du Personnel et de la Fonction publique ou, le cas échéant, le fonctionnaire dirigeant en charge du personnel, établit un classement des demandes selon les priorités successives suivantes :