(r) verzoekt de Raad met aandrang de proactieve benadering van het EU-beleid inzake bestrijding van georganiseerde criminaliteit te integreren in onze samenwerkingsovereenkomsten met derde landen, en tegelijkertijd een vastomlijnd kader te bepalen dat ook bindende garanties inzake grondrechten omvat; onderstreept dat de OCTA wat dat betreft duidelijk de te volgen weg aangeeft, door op pertinente wijze de vinger te leggen op de activiteitensectoren en de connecties van de criminele organisaties waarvan de geografische oorsprong kon worden geïdentificeerd;
r. lui demande instamment de décliner le caractère proactif de la politique européenne de lutte contre le crime organisé dans le cadre de nos accords de coopération avec les pays tiers, tout en adoptant en même temps, un cadre strict comprenant des garanties contraignantes en ce qui concerne les droits fondamentaux; souligne à cet effet que l'OCTA balise clairement les pistes à suivre, en stigmatisant utilement les secteurs d'activité et les connexions en place de groupes criminels dont l'origine géographique a pu être identifiée;