HOOFDSTUK 5. - De uitgavencyclus Art. 119. Voor een verbintenis wordt aangegaan of, in voorkomend geval, voor de voorgenomen verbintenis aan de financieel beheerder ter visering wordt voorgelegd, wordt : 1° nagegaan of er voor het lopende financiële boekjaar voldoende transactiekredieten beschikbaar zijn en of de verbintenis mogelijk is binnen het meerjarenplan; 2° in geval van investeringsuitgaven nagegaan of er voldoende verbinteniskredieten beschikbaar zijn; 3° de uitgave voor het financiële boekjaar vastgelegd op het transactiekrediet; 4° in geval van investeringsuitgaven de totale uitgave vastgelegd op het verbinteniskrediet.
CHAPITRE 5. - Le cycle des dépenses Art. 119. Avant de contracter une obligation, ou le cas échéant, avant de soumettre l'obligation envisagée au visa du gestionnaire financier, il est nécessaire : 1° de
vérifier s'il y a suffisamment de crédits de transaction disponibles pour l'exercice financier en cours et si l'obligation est possible dans le cadre du plan pluriannuel; 2° de vérifier, en cas de dépenses d'investissement, s'il y a suffisamment de crédits d'obligation disponibles; 3° d'engager la dépense pour l'exercice financier sur le crédit de transaction; 4° d'engager, en cas de dépenses d'investissement, la totalité de la dépe
...[+++]nse sur le crédit d'engagement.