De verzoekende partij voert, ter ondersteuning van dat middel, de schending aan van de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met de artikelen 3 en 40 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind en met de algemene beginselen van de naleving van de rechten van de verdediging en van het recht op een eerlijk proces.
La partie requérante invoque, à l'appui de ce moyen, la violation des articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, avec les articles 3 et 40 de la Convention internationale relative aux droits de l'enfant et avec les principes généraux du respect des droits de la défense et du droit à un procès équitable.