Ter ondersteuning van haar h
ogere voorzieningen voert Freixenet drie middelen aan, ontleend aan, respectievelijk, in de eerste plaats, schending van de artikelen 38, lid 3, en 73 van verordening nr. 40/94 evenals artikel 296 VWEU en artikel 6 van het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de tweede plaats, schending van artikel 7
, lid 1, sub b, van deze verordening, en in de derde plaats, schending van artikel 7, lid 3, van genoem
...[+++]de verordening.
Au soutien de ses pourvois, Freixenet invoque trois moyens, tirés respectivement, le premier, d’une violation des articles 38, paragraphe 3, et 73 du règlement nº 40/94 ainsi que de l’article 296 TFUE et de l’article 6 de la convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales, signée à Rome le 4 novembre 1950, le deuxième, d’une violation de l’article 7, paragraphe 1, sous b), de ce règlement et, le troisième, d’une violation de l’article 7, paragraphe 3, dudit règlement.