Traduction de «vochtigere » (Néerlandais → Français) :

In open milieus, worden er submontane maaiweiden en resten van heischrale graslanden waargenomen, alsook vochtigere milieus als ruigten, laagvenen en vochtige weiden.
Dans les milieux ouverts, on retrouve des prés de fauche submontagnards et des fragments de nardaies, ainsi que des milieux plus humides comme des mégaphorbiaies, des bas-marais et des prairies humides.

In de vochtigere gebieden (Fond Meyer, Escherbach, langs de Vesder,...) wordt het beukenbos vervangen door eikenbos met zomereik (9190) of de acidocliene midden-Europese eiken-haagbeukenbossen (9160) in de rijkere gebieden.
Dans les zones plus humides (Fond Meyer, Escherbach, le long de la Vesdre, ...) la hêtraie laisse place à la chênaie pédonculée à bouleau (9190) ou à la chênaie-charmaie acidocline médio-européenne paraclimacique (9160) dans les zones un peu plus riches.

Sommige schistgebieden en de valleibodems worden ingenomen door vochtigere eiken-essenbossen, terwijl de waterlopen met alluviale bossen worden omzoomd.
Certaines zones schisteuses et les fonds de vallées sont occupés par des chênaies-frênaies plus humides, tandis que les cours d'eau sont bordés de forêts alluviales.

In de vochtigere gebieden (op witbakkende klei, onderin de valleien,..) wordt de beukenbos vervangen door de eikenbos met zomereik (9190) of de acidocliene midden-Europese eiken-haagbeukenbossen (9160) in de rijkere gebieden.
Dans les zones plus humides (sur argile blanche, en fond de vallée, ..) la hêtraie laisse place à la chênaie pédonculée à bouleau (9190) ou à la chênaie-charmaie acidocline médio-européenne paraclimacique (9160) dans les zones un peu plus riches.

De locatie is evenwel ook samengesteld van beken die de ontwikkeling van kleine lineaire gebieden van vochtigere en alluviale bossen mogelijk maken.
Il est néanmoins parcouru de ruisseaux permettant le développement de petites zones linéaires de forêts plus humides et alluviales.

De heiden die in de nabijheid van de vochtigere, doorsijpelende gebieden of in de uithollingen van lithalsas gelegen zijn, verrijken zich met laagvenen, actieve hoogvenen (7110 *), aangetaste hoogvenen (7120) en overgangs- en trilvenen (7140).
Proches des zones plus humides, de suintements ou dans les cuvettes des lithalses, les landes s'enrichissent de bas-marais, de tourbières hautes actives (7110 *), de tourbières hautes dégradées (7120) et de tourbières de transition ou tremblantes (7140).