Ook het DNA-bewijs zou volgens het VMC gezien moeten worden als een « ander geldig bewijs » aangezien dit de enige manier is om de DVZ te verplichten ermee rekening te houden indien de partijen op eigen initiatief een DNA-onderzoek laten uitvoeren.
Selon le VMC, le test ADN devrait être considéré comme une « autre preuve valable », étant donné que c'est la seule manière d'obliger l'Office des étrangers à en tenir compte si les parties prennent l'initiative de faire effectuer un test ADN.