Omstreeks 1860 schreef Amand de Vos, een loteling die het tot militair arts gebracht had, dat er nog veel militaire geneesheren waren « die evenmin de taal van een Vlaming verstaan als « t gegrol van een ziek varken ».
Vers 1860, Amand de Vos, un conscrit qui était devenu médecin militaire, écrivit qu'il y avait encore de nombreux médecins militaires « pour lesquels la langue parlée par un Flamand avait aussi peu de sens que le grognement d'un cochon malade ».