Art. 7. Indien op het vlak van de onderneming geen bevredigende oplossing kan worden tot stand gebracht door overleg tussen de werkgever en de gemandateerde vertegenwoordigers van de werklieden en werksters, kunnen de moeilijkheden en klachten inzake de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf worden voorgelegd.
Art. 7. Si, au niveau de l'entreprise, une solution satisfaisante ne peut être réalisée moyennant une concertation entre l'employeur et les représentants mandatés des ouvriers et ouvrières, les difficultés et les plaintes au sujet de l'application des articles 4, 5 ou 6 de la présente convention collective de travail sont soumises au bureau de conciliation de la Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la confection.