3. Vóór elke overheveling wordt de vlaggenlidstaat of de vlaggen-CPC van het visserijvaartuig door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van het kweek- of mestbedrijf in kennis gesteld van de hoeveelheden door zijn vlag voerende visserijvaartuigen gevangen tonijn die worden gekooid.
3. Avant toute opération de mise en cage, l'État membre ou la PCC du pavillon du navire de capture est informé(e), par l'autorité compétente de l'État membre de l'exploitation d'engraissement ou d'élevage, du transfert en cage des quantités capturées par les navires de capture battant son pavillon.