3. In afwijking van artikel 12, lid 3, van Richtlijn 2002/19/EG legt een nationale regelgevende instantie, wanneer zij voornemens is om een aanbieder te verplichten om overeenkomstig de artikelen 8 en 12 va
n die richtlijn een virtuele breedbandtoegang te verstrekken, de verplichting op om ee
n Europees virtueel breedbandtoegangsproduct te verstrekken dat de meest relevant
e functionaliteiten heeft om aan de in de beoordeling vastgest
...[+++]elde regelgevingsbehoeften te voldoen.
3. Par dérogation à l’article 12, paragraphe 3, de la directive 2002/19/CE, lorsqu’une autorité réglementaire nationale a l’intention d’imposer à un opérateur l’obligation de fournir un accès virtuel à haut débit conformément aux articles 8 et 12 de ladite directive, elle impose l’obligation de fournir un produit européen d’accès virtuel à haut débit qui présente les fonctionnalités optimales pour respecter l’impératif réglementaire défini dans son évaluation.