Art. 22. Indien wordt vastgesteld dat de voorwaarden van dit besluit of van het vergunningsbesluit niet worden nageleefd, richt de afgevaardigde van de minister bij een ter post aangetekende brief een ingebrekestelling aan de houder van de vergunning, waarin een termijn wordt vastgelegd die niet korter mag zijn dan vijftig werkdagen, om te voldoen aan zijn verplichtingen en de voorwaarden inzake aanleg, of, bij gebreke daaraan, om uitleg te verschaffen.
Art. 22. En cas de constat du non respect des conditions du présent arrêté ou de l'arrêté d'autorisation, le délégué du ministre adresse au titulaire de l'autorisation une mise en demeure, par lettre recommandée à la poste, lui fixant un délai qui ne peut être inférieur à cinquante jours ouvrables, afin qu'il satisfasse à ses obligations et conditions en matière de pose, ou, qu'à défaut, il présente ses explications.