Indien dat bewijs niet kan worden geleverd, wordt de herziening in eenmaal verricht voor het jaar waarin de computers ophouden in de onderneming te bestaan en voor de nog te lopen jaren van het herzieningstijdvak tot beloop van een vijfde per jaar (artikel 11, § 3, van het koninklijk besluit nr. 3, voormeld).
Si cette preuve ne peut être apportée, la révision s'opère en une fois, pour l'année au cours de laquelle les ordinateurs cessent d'exister dans l'entreprise et les années restant à courir de la période de révision, à concurrence d'un cinquième par année (article 11, § 3, de l'arrêté royal nº 3, précité).