4. veroordeelt ten sterkste de bezetting van Tsjetsjeense dorpen door Tsjetsjeense strijders die het leven van de burgers bedreigen en in gevaar brengen en verzoekt de Tsjetsjeense autoriteiten de regels en beginselen van het humanitaire recht na te leven, terrorisme te veroordelen, terroristische activiteiten te voorkomen en bij te dragen aan de vrijlating van alle gijzelaars en aan een door onderhandelingen te bereiken vreedzame oplossing van het conflict;
4. condamne fermement l'occupation de villages tchétchènes par les combattants tchétchènes qui mettent ainsi en danger et menacent la vie des populations civiles, et invite les autorités tchétchènes à respecter les règles et principes du droit humanitaire, à condamner le terrorisme, à prévenir les actions terroristes et à contribuer à la libération de tous les otages encore détenus, ainsi qu'à un règlement pacifique et négocié du conflit;