3. De lidstaten kunnen, overeenkomstig de wet- en regelgeving die op het tijdstip van de aanneming van deze richtlijn van kracht is, ook van de aanwijzing van een vertegenwoordiger afzien indien de niet-begeleide minderjarige 16 jaar of ouder is, tenzij hij niet zonder vertegenwoordiger de verzoekprocedure kan volgen.
3. Les États membres peuvent, conformément aux dispositions législatives et réglementations en vigueur au moment de l'adoption de la présente directive, également s'abstenir de désigner un représentant lorsque le mineur non accompagné est âgé de 16 ans ou plus, à moins que celui-ci ne soit dans l'incapacité d'introduire sa demande sans le concours d'un représentant.