« Schenden de artikelen 24 en 25 van de modelovereenkomst voor de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen die is vastgesteld bij de wet van 1 juli 1956, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie die zijn verankerd in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, in zoverre zij de regresvordering van de verzekeraar verbinden met de vraag naar het oorzakelijk verband tussen het schad
egeval en de aan de verzekerde verweten fout in geval van dronkenschap of grove fout (artikel 25-9° en 10°), terwijl in geval van ontstentenis van rijbewijs niet vereist wordt dat ee
...[+++]n dergelijk oorzakelijk verband (of de aan de verzekerde geboden mogelijkheid om de ontstentenis van oorzakelijk verband te bewijzen) wordt aangetoond, waarbij in dat geval het verhaal van de verzekeraar bijgevolg onvoorwaardelijk wordt gemaakt (artikel 25-6°) ?« Les articles 24 et 25 du contrat type d'assurance obligatoire de la responsabilité civile en matière de véhicule automoteur défini par la loi du 1 juillet 1956 violent-ils les principes d'égalité et de non-discrimination consacrés par les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée le 17 février 1994, en ce qu'ils lient l'action récursoire de l'assureur à la question du lien causal entr
e le sinistre et la faute reprochée à l'assuré en cas d'ivresse ou de faute grave (article 25-9° et 10°), alors qu'en cas de défaut de permis de conduire la démonstration d'un tel lien causal (ou la possibilité offerte à l'assuré de prouver l'absence
...[+++] de causalité) n'est pas exigée, le recours de l'assureur étant dès lors rendu inconditionnel dans cette hypothèse (article 25-6°) ?