32. is tevens verheugd over de resolutie over Sri Lanka, waarin de nadruk ligt op verzoening en verantwoordingsplicht in het lan
d; spreekt opnieuw zijn steun uit voor de aanbeveling van het onder de secretaris-generaal van de VN ressorterende deskundigenpanel inzake Sri Lanka om een onderzoekscommissie van de VN in te stellen die alle gepleegde misdaden moet onderzoeken; dringt er bij de UNHRC op aan zijn bezorgdheid uit te spreken over de voortdurende overtredingen die in Sri Lanka worden begaan en over het feit dat de regeri
ng van Sri Lanka in gebreke blijft ...[+++] met betrekking tot het oprecht en serieus onderzoeken van misdaden die tijdens het conflict door alle partijen zijn gepleegd en het afleggen van verantwoording voor ernstige mishandeling, en het aannemen van maatregelen om de aanbevelingen van het deskundigenpanel aan de secretaris-generaal ten uitvoer te leggen; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de 'sterke invloed' op de rechterlijke macht, aangezien de afzetting van de opper
rechter afbreuk kan doen aan de inspanningen om
oorlogsmisdaden te vervolgen; 32. se félicite également de la résolution sur Sri Lanka, qui met en avant la réconciliation et l'établissement des responsa
bilités dans le pays; réaffirme son soutien à la recommandation du groupe d'experts du secrétariat général des Nations unies sur Sri Lanka visant à ce qu'une commission d'enquête des Nations unies soit mise en place sur tous les crimes commis; invite instamment le Conseil des droits de l'homme à faire part de son inquiétude au vu des violations actuellement commises à Sri Lanka et au vu du fait que le gouvernement de Sri Lanka n'a pas enquêté véritablement et sérieusement sur les crimes commis pendant le conflit p
...[+++]ar toutes les parties et n'a pas réussi à faire rendre compte de leurs actes aux auteurs des graves abus, ni n'a adopté de mesures pour mettre en œuvre les recommandations du groupe d'experts au secrétaire général; s'inquiète vivement des influences flagrantes sur le système judiciaire étant donné que la destitution de la juge en chef pourrait compromettre les efforts visant à poursuivre les crimes de guerre;