De verwijzende rechter vraagt of artikel 51, § 4, van het btw-Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 20 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 170 van de Grondwet, in zoverre die bepaling aan de Koning de bevoegdheid verleent om af te wijken van artikel 51, § 1, 1°, van hetzelfde Wetboek, om de medecontractant van de leverancier van goederen of van de dienstverrichter tot voldoening van de belasting te verplichten.
Le juge a quo demande si l'article 51, § 4, du Code de la TVA, combiné avec l'article 20 de l'arrêté royal n° 1 du 29 décembre 1992, est compatible avec les articles 10, 11 et 170 de la Constitution en ce que cette disposition habilite le Roi à déroger à l'article 51, § 1, 1°, du même Code pour obliger le cocontractant du fournisseur de biens ou de services au paiement de la taxe.