9. wijst met nadruk op de verantwoordelijkheid van de Egyptische en de Israëlische autoriteiten om de mensenhandelaren in de Sinaï te stoppen en de slachtoffers te beschermen; verwelkomt de bemoeienissen van de Egyptische en van de Israëlische regering in dit opzicht; dringt echter aan op meer hulp en steun voor de slachtoffers, en speciaal voor de vrouwen en kinderen;
9. souligne qu'il incombe aux autorités égyptiennes et israéliennes d'arrêter les trafiquants d'êtres humains opérant au Sinaï et de protéger les victimes; se félicite des efforts accomplis à cet égard par les gouvernements égyptien et israélien; appelle toutefois de ses vœux un renforcement de l'aide et du soutien aux victimes, en particulier les femmes et les enfants;