Gezien het teruglopende marktaandeel van invoer uit andere derde landen ten tijde van de financiële achteruitgang van de bedrijfstak van de Unie, kan de invoer vanuit andere derde landen slechts een verwaarloosbare bijdrage hebben geleverd tot de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade.
Compte tenu de la baisse de la part de marché des importations en provenance d’autres pays tiers au moment de la dégradation de la situation financière de l’industrie de l’Union, la contribution des importations en provenance d’autres pays tiers au préjudice subi par l’industrie de l’Union n’a pu être que négligeable.