Het bedrag dat aan de burger gevraagd wordt voor zijn elektronische identiteitskaart, bestaat enerzijds uit de productiekost van de kaart, die gelijk is aan 10 euro, bedrag dat door het Rijksregister aangerekend wordt aan het gemeentebestuur, en die vervolgens doorberekend wordt in de prijs die aan de burger wordt gevraagd, en anderzijds, uit een gemeentebelasting.
Le montant demandé au citoyen pour sa carte d'identité électronique se compose d'une part, du coût de production de la carte, à savoir 10 euros, montant qui est facturé par le Registre National à l'administration communale et répercuté ensuite dans le prix demandé au citoyen, et d'autre part d'une taxe communale.