De vertraging bedroeg ongeveer een jaar voor Spanje, twee jaar voor Ierland, tweeënhalf jaar voor Portugal en het Verenigd Koninkrijk, drie jaar voor België en vier jaar voor Griekenland.
Ce retard fut d'environ un an pour l'Espagne, deux ans pour l'Irlande, deux ans et demi pour le Portugal et le Royaume-Uni, trois ans pour la Belgique et quatre ans pour la Grèce.