5. De lidstaten zorgen ervoor dat een minderjarige het recht heeft om een verzoek om internationale bescherming in te dienen, hetzij zelf − als hij volgens de nationale wetgeving handelingsbekwaam is − hetzij via zijn wettelijke vertegenwoordiger of diens gemachtigde . In alle andere gevallen is lid 6 van toepassing.
5. Les États membres font en sorte que les mineurs aient le droit de présenter une demande de protection internationale soit en leur nom si, en vertu du droit national, ils sont considérés comme ayant la capacité d'intenter une action, soit par l'intermédiaire de leur représentant légal ou du mandataire de ce dernier.