21. neemt er nota van dat, vijf jaar na de tenuitvoerlegging van het nieuwe statuut van de parlementaire medewerkers, eind 20
14 de evaluatie had moeten worden gepresenteerd, zoals de secretaris-generaal had toegezegd in zijn mondelinge en schriftelijke antwoorden over de follow-up van de aanbevelingen van het Parlement in de kwijtingsresolutie voor 2012; verlangt dat de evaluatie wordt uitgevoerd in samenwerking met vertegenwoordigers van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers van de vorige zittingsperiode die nog werkzaam zijn bij het
Parlement, dat het verslag hierover ...[+++] vóór 30 juni 2015 wordt gepresenteerd en dat de Commissie begrotingscontrole in kennis wordt gesteld van de resultaten; wijst erop dat het Parlement op 31 december 2013 1 763 geaccrediteerde parlementaire medewerkers in dienst had;
21. prend note que, après cinq années d'application du nouveau statut des assistants, une évaluation aurait dû être présentée avant la fin de 2014, comme le Secrétaire général avait accepté de le faire dans ses réponses orales et écrites sur le suivi des recommandations du Parlement pour la décharge 2012; demande que l'évaluation soit réalisée en coopération avec les représentants des assistants parlementaires accrédités (APA) de la législature précédente qui continuent à travailler au sein du Parlement; demande qu'elle soit présentée avant le 30 juin 2015 et que la commission de contrôle budgétaire soit informée des résultats
de celle- ...[+++]ci; fait observer qu'au 31 décembre 2013, 1 763 assistants parlementaires accrédités travaillaient au Parlement;