bovenstaand vermoeden mag niet worden omgekeerd en de verschoonbaarheid mag slechts worden geweigerd in geval van « ernstige omstandigheden » die neerkomen op « kennelijk grove fouten ».
cette présomption ne peut être renversée et le bénéfice de l'excusabilité refusé qu'en cas de « circonstances graves », constitutives de « fautes graves et caractérisées ».