Antwoord : In de eerste plaats moet worden gesteld dat in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten stoffen en dat het begrip « softdrugs » in het Belgisch recht niet bestaat.
Réponse : Il convient avant tout de rappeler que la loi du 24 février 1921 concernant le trafic de substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou antiseptiques ne fait aucune distinction entre les types de substances et que la notion de drogues dites douces est inconnue en droit belge.