Overwegende dat, aangezien het in de Gemeenschap gevoerde beleid inzake inenting tegen mond - en klauwzeer verschillen vertoont, gedurende een beperkte tijd voor verse embryo's bepaalde afwijkingen kunnen worden gehandhaafd, waarbij de Lid-Staten worden gemachtigd om aanvullende bescherming tegen die ziekte te eisen;
considérant que les différences entre les politiques suivies dans la Communauté en matière de vaccination contre la fièvre aphteuse justifient le maintien, pour les embryons frais, de dérogations temporaires, autorisant les États membres à exiger une protection supplémentaire contre cette maladie;