Traduction de «verplichtingen inzake co2-vermindering » (Néerlandais → Français) :

82. is verheugd over de vooruitgang die voertuigproducenten sinds 2007 met de vermindering van de CO2 -uitstoot van passagiersauto's hebben geboekt, en benadrukt hoe belangrijk het is een verdere verbetering van het brandstofrendement te bespoedigen; stelt dat de Commissie bij de voorbereiding van de komende herziening moet suggereren hoe ervoor kan worden gezorgd dat de gemiddelde CO2 -uitstoot van nieuwe auto's tegen 2020 het afgesproken streefcijfer van maximaal 95 g/km haalt; verzoekt de Commissie om de dialoog en samenwerking met de Internationale Maritieme Organisatie te versterken om te waarborgen dat de verplichtingen inzake CO2 -vermindering ook van toepassing worden voor de scheepvaartsector;
82. se félicite des progrès réalisés par les fabricants de véhicules en réduisant les émissions de CO2 générées par les voitures particulières depuis 2007 et souligne qu'il est important de progresser davantage et plus rapidement sur la voie de l'efficacité énergétique; est d'avis que, lors de la préparation de son prochain bilan, la Commission devrait proposer des moyens de garantir que les émissions moyennes de CO2 des voitures neuves respecteront le plafond de 95 g/km fixé pour 2020; invite la Commission à intensifier le dialogue et la coopération avec l'Organisation maritime internationale afin de garantir que les engagements pris en matière de réduction des émissions de CO2 s'appliqueront rapidement et pleinement au secteur du transport maritime;

83. is verheugd over de vooruitgang die voertuigproducenten sinds 2007 met de vermindering van de CO2-uitstoot van passagiersauto's hebben geboekt, en benadrukt hoe belangrijk het is een verdere verbetering van het brandstofrendement te bespoedigen; stelt dat de Commissie bij de voorbereiding van de komende herziening moet suggereren hoe ervoor kan worden gezorgd dat de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto's tegen 2020 het afgesproken streefcijfer van maximaal 95 g/km haalt en tegen 2025 maximaal 70 g/km bedraagt; verzoekt de Commissie om de dialoog en samenwerking met de Internationale Maritieme Organisatie te versterken om te waarborgen dat de verplichtingen inzake CO2-vermindering ook van toepassing worden voor de scheepvaartsector;
83. se félicite des progrès réalisés par les fabricants de véhicules en réduisant les émissions de CO2 générées par les voitures particulières depuis 2007 et souligne qu'il est important de progresser davantage et plus rapidement sur la voie de l'efficacité énergétique; est d'avis que, lors de la préparation de son prochain bilan, la Commission devrait proposer des moyens de garantir que les émissions moyennes de CO2 des voitures neuves respecteront le plafond de 95 g/km fixé pour 2020 et ne dépasseront pas 70 g/km d'ici à 2025; invite la Commission à intensifier le dialogue et la coopération avec l'Organisation maritime internationale afin de garantir que les engagements pris en matière de réduction des émissions de CO2 s'appliqueront rapidement et pleinement au secteur du transport maritime;

83. herinnert eraan dat de Commissie krachtens Richtlijn 2009/29/EG tegen 31 december 2011 moest evalueren hoeveel vooruitgang de IMO heeft geboekt met de emissies van de scheepvaart; vraagt de Commissie zeevervoer in haar routekaart op te nemen en, zolang er geen internationale overeenkomst over de vermindering van de emissies van de scheepvaart is, wetgeving voor te stellen om de verplichtingen van de EU inzake CO2 -vermindering ook voor deze emissies te laten gelden, met als doel deze wetgeving in 2013 in werking te laten treden;
83. rappelle que la Commission doit évaluer les progrès réalisés au 31 décembre 2011 dans le cadre de l'Organisation maritime internationale (OMI) en ce qui concerne les émissions dues au transport maritime, conformément à la directive 2009/29/CE; demande à la Commission d'inclure les émissions du transport maritime dans sa feuille de route, et, en l'absence d'un accord international visant à réduire les émissions dues au transport maritime, de proposer une législation afin que ces émissions soit comprises dans l'objectif de réduction fixé par l'Union, l'objectif étant que l'acte proposé entre en vigueur d'ici à 2013;

84. herinnert eraan dat de Commissie krachtens Richtlijn 2009/29/EG tegen 31 december 2011 moest evalueren hoeveel vooruitgang de IMO heeft geboekt met de emissies van de scheepvaart; vraagt de Commissie zeevervoer in haar routekaart op te nemen en, zolang er geen internationale overeenkomst over de vermindering van de emissies van de scheepvaart is, wetgeving voor te stellen om de verplichtingen van de EU inzake CO2-vermindering ook voor deze emissies te laten gelden, met als doel deze wetgeving in 2013 in werking te laten treden;
84. rappelle que la Commission doit évaluer les progrès réalisés au 31 décembre 2011 dans le cadre de l'Organisation maritime internationale (OMI) en ce qui concerne les émissions dues au transport maritime, conformément à la directive 2009/29/CE; demande à la Commission d'inclure les émissions du transport maritime dans sa feuille de route, et, en l'absence d'un accord international visant à réduire les émissions dues au transport maritime, de proposer une législation afin que ces émissions soit comprises dans l'objectif de réduction fixé par l'Union, l'objectif étant que l'acte proposé entre en vigueur d'ici à 2013;

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling Klimaatbeleid - Klimaatconventie van de Verenigde Naties (VN) - Klimaatinspanningen van België - Kennisgeving - Emissierechten - Verdeling tussen de federale overheid en de deelstaten - Vermindering van de CO2 uitstoot - Maatregelen beleid inzake klimaatverandering opwarming van het klimaat emissiehandel EU-regeling voor de emissiehandel vermindering van gasemissie
à la ministre de l'Energie, de l'Environnement et du Développement durable Politique climatique - Convention des Nations unies sur les changements climatiques - Efforts de la Belgique en faveur du climat - Communication - Droits d'émission - Répartition entre l'autorité fédérale et les entités fédérées - Réduction des émissions politique en matière de changement climatique réchauffement climatique échange de droits d'émission Mécanisme UE d'échange de droits d'émission réduction des émissions de gaz

Wat betreft het LRTAP-verdrag en de bijgaande protocollen van de VN-ECE, is een herziening van het Protocol van Göteborg inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau gepland (in het licht van de herziening van de NEC-richtlijn van de EU), alsook een herziening van het Protocol van Aarhus inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's), teneinde een aantal nieuwe stoffen aan de bestaande verplichtingen toe te voegen.
En ce qui concerne la convention sur la pollution atmosphérique transfrontière à longue distance de la commission économique pour l'Europe des Nations unies et ses protocoles, une révision du protocole de Göteborg sur la lutte contre l'acidification, l'eutrophisation et l'ozone troposphérique est prévue (à la lumière de la révision de la directive relative aux plafonds d'émission nationaux), de même qu'une révision du protocole d'Aarhus relatif aux polluants organiques persistants (POP) en vue de l'ajout d'un certain nombre de substances aux obligations existantes.

12. De partijen gaan, met inachtneming van het resultaat van de eerste toetsing ingevolge artikel 10, lid 2, en uiterlijk een jaar na de afronding van die toetsing, onderhandelingen aan inzake verdere verplichtingen ter vermindering van de emissies.
12. Les parties, sous réserve des conclusions du premier examen prévu à l'article 10, paragraphe 2, et au plus tard un an après l'achèvement de cet examen, entament des négociations sur de nouvelles obligations en matière de réduction des émissions.

8. De Partijen zullen, met inachtneming van het resultaat van de eerste toetsing ingevolge artikel 8 en uiterlijk een jaar na de afronding van die toetsing, onderhandelingen aangaan inzake verdere verplichtingen ter vermindering van de emissies.
8. Les Parties, sous réserve des résultats du premier examen prévu à l'article 8 et un an au plus tard après l'achèvement dudit examen, entreprennent des négociations au sujet des nouvelles obligations à assumer pour réduire les émissions.

12. herinnert aan de rol die kernenergie heeft gespeeld in de energiesamenstelling van bepaalde lidstaten en wijst er tegelijk op dat geen enkel land op dit ogenblik nieuwe kernreactoren bouwt, terwijl elf van de vijftien lidstaten geen kernenergie hebben of ze op dit ogenblik afbouwen; wijst er voorts op dat de EU en de andere ondertekenaars van het Kyoto-Protocol in het kader van het mechanisme voor schone ontwikkeling kernenergie hebben uitgesloten; erkent dat de EU zich heeft verplicht tot de Kyotodoelstelling van een vermindering van 8% van haar CO2-emissie tegen 2010 en is verheugd over de stelling van het Groenboek dat, als geen beroep wordt gedaan op energie-efficiëntie om de vraag naar energie te laten dalen, de EU in de problemen zal komen om haar verplichtingen inzake de vermindering van de CO2-emissie na te komen; verzoekt de EU voorts het voortouw te nemen in besprekingen om doelstellingen te bepalen voor de vermindering van de CO2-emissie tegen 2020; erkent eveneens dat kernenergie, nadat in nog eens vijf lidstaten is besloten tot beëindiging van de exploitatie resp. tot moratoria, in de toekomst een minder belangrijke rol zal spelen; wijst erop dat na de aanslag op het WTC het van groot belang is om extra maatregelen te treffen in de lidstaten om de veiligheid van kernenergiecentrales fors te verhogen en roept op tot extra waakzaamheid in IAE verband om smokkel van splijtstof tegen te gaan;
12. reconnaît le rôle que l'énergie nucléaire a joué dans la combinaison énergétique de certains États membres, tout en constatant qu'aucun pays ne construit actuellement de nouveaux réacteurs nucléaires et que onze des quinze États membres ne disposent pas du nucléaire ou sont en train de l'éliminer progressivement; constate de plus que l'Union et d'autres signataires ont exclu l'énergie nucléaire du mécanisme de développement propre du protocole de Kyoto; reconnaît que l'UE doit atteindre son objectif, fixé à Kyoto, de réduction de 8 % du CO2 en 2010 et salue la déclaration du Livre vert selon laquelle, faute d'efficacité énergétique pour réduire la demande d'énergie, l'UE aura des difficultés à honorer ses engagements en matière de réduction du CO2; invite en outre l'UE à mener des discussions visant à fixer des objectifs de réduction du CO2 pour 2020; estime par conséquent que l'énergie nucléaire jouera un rôle moins important dans l'avenir, à la suite de la décision de mettre fin à son utilisation ainsi que des moratoires qui ont été décrétés dans cinq autres États membres; fait valoir qu'après les attentats perpétrés contre le World Trade Center, il est important que les États membres prennent des mesures additionnelles afin de considérablement renforcer la sécurité des centrales nucléaires et appelle à plus de vigilance dans le cadre de l'Agence internationale de l'énergie atomique (AIEA) pour lutter contre la contrebande de matières fissiles;