(12) Overwegende dat een binnenlandse olieproductie als zodanig tot de veiligstelling van de voorziening bijdraagt; dat de evolutie van de oliemarkten in lidstaten met een nationale olieproductie een passende afwijking
van de in stand te houden olievoorraden kan rechtvaardigen; dat de lidstaten overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel ondernemingen kunnen
vrijstellen van de verplichting om voorraden in opslag te houden, voor een hoeveelheid die niet groter is dan de hoeveelheid producten welke die ondernemingen vervaardigen op bas
...[+++]is van uit de bodem van de betrokken lidstaat gewonnen ruwe olie;
(12) considérant qu'une production propre contribue par elle-même à la sécurité d'approvisionnement; que l'évolution du marché pétrolier peut justifier l'octroi d'une dérogation appropriée à l'obligation de maintenir des stocks pétroliers aux États membres ayant une production pétrolière qui leur est propre; que, conformément au principe de subsidiarité, les États membres peuvent dispenser les entreprises de l'obligation de maintenir des stocks pour un montant n'excédant pas la quantité de produits qu'elles fabriquent à partir de pétrole brut extrait de leur sol;