21. In verband met de wettigheid van de bepalingen waarbij aan het Instituut een verordenende bevoegdheid is opgedragen (artikel 3, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid), heeft de Raad van State hiervóór een voorbehoud gemaakt (opmerking 5).
21. En ce qui concerne la légalité des dispositions attribuant à l'Institut un pouvoir réglementaire (article 3, § 4, alinéa 2, et § 5, alinéa 2), le Conseil d'Etat a émis ci-dessus quelques réserves (observation 5).