7° niet veroordeeld zijn wegens misdrijven als bedoeld in artikel 19 van de wet van 22 maart 1993 en in artikel 61, tweede lid, 2°, litt. c) en q) van de wet van 6 april 1995, tenzij eerherstel werd verkregen;
7° ne pas avoir été condamné du chef d'infractions prévues par l'article 19 de la loi du 22 mars 1993 et par l'article 61, alinéa 2, 2°, litt. c) et q), de la loi du 6 avril 1995, à moins d'avoir été réhabilité;