In afwijking van voorgaand lid, kunnen nieuwe productie-installaties die over een stedenbouwkundige vergunning en een milieuvergunning dienen te beschikken, genieten van de minimumsteun die geldt op het moment dat de laatste van deze vergunningen werd bekomen en mits binnen de drie jaar volgende op het verlenen van deze vergunning de installatie in gebruik werd genomen.
Par dérogation à l'alinéa précédent, les nouvelles installations de productions qui doivent disposer d'une autorisation urbanistique et d'une autorisation écologique, peuvent bénéficier de l'aide minimale applicable au moment de l'obtention de la dernière de ces autorisations et moyennant la mise en service de l'installation dans les trois années suivant l'octroi de cette autorisation.