Hij neemt er nota van dat de voorspellingen van het programma voor de overheidsfinanciën, om redenen van voorzichtigheid, gebaseerd zijn op een lagere veronderstelde trendmatige groei, te weten 2¼%.
Il prend note à cet égard de ce que les projections du programme relatives aux finances publiques reposent, pour des raisons de prudence, sur une hypothèse inférieure (2 ¼ %).