De kweekomstandigheden zijn deze die gewoonlijk worden geëist voor de virusdragende dieren en overeenstemmen met de inperkingen vastgelegd voor de onderzoeks- en ontwikkelingslaboratoria (L2, L3 en L4): kweekzalen in negatieve druk, luchtfilters aan de in- en uitgang van de kweekzalen, vernietiging door verbranding of sterilisatie door chemische agentia van de afvalstoffen en van de proefdieren.
Les conditions d'élevage sont celles habituellement requises pour les animaux virémiques et correspondent aux confinements définis pour les laboratoires de recherche et développement L2, L3 et L4 : salles d'élevage en pression négative, filtres à air à l'entrée et à la sortie des salles d'élevage, destruction par incinération ou stérilisation par des agents chimiques des déchets et des animaux expérimentaux.