Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Onwederlegbaar
Onweerlegbaar
Onweerlegbaar vermoeden
Vermoeden van COVID-19
Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
Vermoeden van conformiteit
Vermoeden van glaucoma
Vermoeden van infectie door SARS-CoV-2
Vermoeden van overeenstemming

Traduction de «vermoeden onweerlegbaar » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous




vermoeden van conformiteit | vermoeden van overeenstemming

présomption de conformité


onwederlegbaar | onweerlegbaar

irréfragable | juris et de jure




vermoeden van infectie door SARS-CoV-2

infection suspectée due au coronavirus 2 lié au SRAS (syndrome respiratoire aigu sévère)




vermoeden van COVID-19

infection suspectée due à SARS-CoV-2


vermoeden van arbeidsongeschiktheid

présomption d'incapacité de travail


persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit

personne présumée avoir participé à un fait punissable pouvant donner lieu à extradition
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De minister antwoordt dat wanneer een vermoeden onweerlegbaar is, dit uitdrukkelijk in de tekst moet worden vermeld.

La ministre répond que lorsqu'une présomption est irréfragable, il faut que le texte le prévoie explicitement.


De heer Hugo Vandenberghe verwijst naar de interpretatie van de minister; als de wet niet uitdrukkelijk vermeldt dat het vermoeden onweerlegbaar is, is het weerlegbaar.

M. Hugo Vandenberghe se réfère à l'interprétation de la ministre; si la loi ne précise pas explicitement que la présomption est irréfragable, elle est réfragable.


Het vermoeden van belangenconflict is onweerlegbaar als het lid:

Il y a présomption irréfragable de conflit d'intérêt dans le chef d'un membre lorsque celui-ci :


De verwijzende rechtscolleges wensen van het Hof te vernemen of artikel 33, derde lid, van de wet van 24 juni 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd bij artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie dat het een onweerlegbaar vermoeden van schuld invoert ten laste van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarmee een verkeersovertreding werd begaan.

Les juridictions a quo interrogent la Cour sur la compatibilité de l'article 33, alinéa 3, de la loi du 24 juin 2013 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec la présomption d'innocence, telle qu'elle est garantie par l'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle il instaure une présomption irréfragable de culpabilité à charge du titulaire de la plaque d'immatriculation du véhicule impliqué dans une infraction routière.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd bij artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 33 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna : de wet van 24 juni 2013) in zoverre daarin zou worden voorzien dat de administratieve geldboete die kan worden opgelegd wegens welbepaalde verkeersinbreuken, « bij afwezigheid van de bestuurder », te allen tijde ten laste wordt gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarme ...[+++]

La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 33 de la loi du 24 juin 2013 relative aux sanctions administratives communales (ci-après : la loi du 24 juin 2013) avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec la présomption d'innocence, telle qu'elle est garantie par l'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prévoirait qu'« en cas d'absence du conducteur », l'amende administrative pouvant être infligée pour certaines infractions de roulage est toujours mise à charge du titulaire de la plaque d'immatriculation du véhicule impliqué dans l'infraction concernée et créerait ain ...[+++]


« Schendt art. 33 van de wet van 24 juni 2013 in de interpretatie dat het gaat om een onweerlegbaar vermoeden van schuld art. 10 en 11 van de Grondwet, terwijl art. 67bis Wet Politie Wegverkeer uitdrukkelijk voorziet in een weerlegbaar vermoeden van schuld ? ».

« L'article 33 de la loi du 24 juin 2013, interprété en ce sens qu'il s'agit d'une présomption irréfragable de culpabilité, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, alors que l'article 67bis de la loi relative à la police de la circulation routière prévoit expressément une présomption réfragable de culpabilité ? ».


Pro memorie : eerst was de sanctie van artikel 171 van de programmawet van 22 december 1989 (althans volgens een bepaald deel van de rechtspraak en rechtsleer) een weerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid; daarna werd de sanctie (althans weer volgens een bepaald deel van de rechtspraak en rechtsleer) een onweerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid; nu geldt als sanctie een weerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid.

Pour rappel : la sanction prévue à l'article 171 de la loi-programme du 22 décembre 1989 a tout d'abord été (du moins selon une partie de la jurisprudence et de la doctrine) une présomption réfragable de travail à temps plein; ensuite cette sanction est devenue (toujours selon une partie de la jurisprudence et de la doctrine) une présomption irréfragable de travail à temps plein; et aujourd'hui, la sanction est une présomption réfragable de travail à temps plein.


Het onweerlegbaar vermoeden van onderwerpingsplicht vormt daarom een discriminatoire behandeling van vennootschapsmandatarissen ten opzichte van andere natuurlijke personen op wie eveneens een vermoeden van onderwerpingsplicht rust, maar die de kans hebben om aan te tonen dat dit vermoeden niet strookt met de sociologische realiteit

C'est pourquoi la présomption irréfragable d'assujettissement obligatoire équivaut à un traitement discriminatoire des mandataires de sociétés par rapport à d'autres personnes physiques auxquelles s'applique également une présomption d'assujettissement obligatoire mais qui ont la possibilité de prouver que cette présomption ne correspond pas à la réalité sociologique;


Pro memorie : eerst was de sanctie van artikel 171 van de programmawet van 22 december 1989 (althans volgens een bepaald deel van de rechtspraak en rechtsleer) een weerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid; daarna werd de sanctie (althans weer volgens een bepaald deel van de rechtspraak en rechtsleer) een onweerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid; nu geldt als sanctie een weerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid.

Pour rappel : la sanction prévue à l'article 171 de la loi-programme du 22 décembre 1989 a tout d'abord été (du moins selon une partie de la jurisprudence et de la doctrine) une présomption réfragable de travail à temps plein; ensuite cette sanction est devenue (toujours selon une partie de la jurisprudence et de la doctrine) une présomption irréfragable de travail à temps plein; et aujourd'hui, la sanction est une présomption réfragable de travail à temps plein.


In dat geval vormt het feit dat de dader de minnelijke schikking heeft aanvaard, een onweerlegbaar vermoeden van fout (artikel 216bis, lid 4).

Dans ce cas, l'acceptation de la transaction par l'auteur constitue une présomption irréfragable de sa faute (article 216bis paragraphe 4).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vermoeden onweerlegbaar' ->

Date index: 2023-02-22
w