De vraag is enkel of de betwiste maatregel, di
e een onweerlegbaar vermoeden van afstand invoert, in het raam van een geschil betreffende subjectieve rechten verantwoord is, waarop volgens H.
Monstrey ontkennend moet worden geantwoord, rekening houdend met het « algemeen rechtsbeginsel naar luid waarvan de afstand van een recht op strikte wijze dient uit
gelegd te worden en slechts kan worden afgeleid uit omstandigheden die voor geen
...[+++] enkele uitlegging vatbaar zijn ».
La question est seulement de savoir si la mesure litigieuse, qui instaure une présomption irréfragable de désistement, se justifie dans le cadre d'une contestation relative à des droits subjectifs, question qui, selon H. Monstrey, appelle une réponse négative, compte tenu du « principe général du droit en vertu duquel l'abandon d'un droit doit s'interpréter de manière stricte et ne peut être inféré que de circonstances qui ne sont susceptibles d'aucune interprétation ».