Die formulering is dubbelzinnig vermits men daaruit zou kunnen afleiden dat de decreetgever het specifieke karakter van de respectieve rechten van de auteurs en van de uitvoerende kunstenaars in aanmerking heeft willen nemen door aan elk van hen een zetel in het college voor advies toe te kennen.
Cette formulation est ambiguë puisque l'on pourrait en déduire que le législateur décrétal a entendu prendre en considération la spécificité des droits respectifs des auteurs et des artistes-interprètes en leur accordant à chacun un siège au sein du collège d'avis.